De competitieleiders van de Afdeling Midden hebben besloten de invalbeperkingen vanaf dit seizoen niet meer te publiceren. Men wordt per heden geacht zelf de regels toe te passen en te kijken of een beoogde invaller wel mag spelen. Let dus goed op als je een speler uit een lager team of van een team uit de DUO of juist reguliere competitie vraagt in te vallen. De precieze regels lees je hieronder.
De hoofdregel is dat een invaller maximaal 100 punten meer in ELO-rating mag hebben dan de slechtste speler van het team die niet speelt. Stel dus je hebt een viermansteam en twee spelers met een rating van 1.000 en 1.100 speler niet. De invaller mag dan maximaal een rating van 1.100 hebben (1.000 + 100).
Hierbij de tekst uit de competitiebulletin en daarom de teksten uit het officiële competitiereglement.
“Houdt rekening met het feit dat een invaller een team niet mag versterken (dit geldt dus ook voor invallende junioren). Hierbij wordt (voor zover deze cijfers bekend zijn) gekeken naar het onderlinge verschil in ELO-rating tussen de invaller en de speler waarvoor ingevallen wordt. Indien een senior-invaller een hogere rating heeft, dan is een verschil van 100 punten (of minder) nog acceptabel. De ELO-rating van jeugdspelers kan (nog) niet goed worden vergeleken met die van de senioren. Tel bij de ELO-rating van een jeugdspeler eerst 150 punten op alvorens deze te vergelijken met een senior. Indien achteraf blijkt dat hiermee onvoldoende rekening gehouden is dan zal ik de invaller als ongerechtigd beschouwen.
Je kunt de rating van de spelers vergelijken door deze op te zoeken op www.nttb-ranglijsten.nl. “
Artikel 31. Invallers.
Indien een speler van een team verhinderd is een competitiewedstrijd te spelen, mag een
andere speler, behorend tot dezelfde lid-vereniging, hem vervangen als invaller met
inachtneming van de volgende bepalingen:
1. Vervanging door een invaller moet voor de competitiewedstrijd geschieden.
2. Een speler mag als invaller optreden in een hoger team (een team met een lager
volgnummer) dan waartoe hij volgens de in artikel 24 genoemde teamopgave behoort,
dan wel na een teamwijziging op grond van artikel 27 is gaan behoren.
3. Een speler mag na zijn derde invalbeurt, ongeacht het team waarvoor hij als invaller
uitkwam, gedurende het verloop van die competitie nog uitsluitend uitkomen voor het
team waarin hij volgens de teamopgave is opgesteld. Invalbeurten die een speler heeft
vervuld voor het tijdstip van een eventuele teamwijziging blijven als invalbeurt
gehandhaafd.
4. Bij beslissingswedstrijden of promotie- of degradatiewedstrijden heeft elke invaller
toestemming nodig van de competitieleider. Het maximale aantal van drie invalbeurten
per competitie mag in beslissingscompetitiewedstrijden niet worden overschreden.
5. Daar waar de competitie is gebaseerd op 8 teams per klassegroep wordt het maximale
aantal invalbeurten gesteld op vier.